Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [27]Zij, die zeven baarde, is zwak geworden; zij heeft haar [28]ziel uitgeblazen, haar [29]zon is ondergegaan, als het nog [30]dag was; zij is beschaamd en schaamrood geworden; en hunlieder [31]overblijfsel zal Ik aan het zwaard overgeven, voor het aangezicht hunner vijanden, spreekt de HEERE. 27. Namelijk Jeruzalem, die zoveel volk uitgaf als ene vrouw die zeven, dat is, vele [zie Gen.4:15] kinderen voortbrengt. 28. Is gestorven van hartzeer en jammer, en troosteloos. Vergelijk Job 11:20. 29. Dat is, haar vreugde, of bloeiende staat, is veranderd in de uiterste droefenis en ellende, ten tijde als zij nog in haar bloei was of meende te zijn. Vergelijk 2 Sam.23:4; Amos 8:9; Micha 3:6. 30. Of, hunlieder dag. 31. Die in het eerst niet zijn omgebracht.